Intro
In de loop van 2010 kwam ik op het idee om goud te gaan zoeken in Australië met een detector. Ik had dringend een wending in mijn dagelijks leven nodig en een kans op een ander bron van inkomsten. Want mijn chronische rugklachten belemmerde mij steeds meer in mijn huidige beroep in de bouw. Daarnaast leek het mij wel een uitdagend avontuur om met een detector de Australische binnenlanden in te trekken op zoek naar bodemschatten. De keus viel snel op Australië omdat ik daar ongeveer 14 jaar eerder ruim een half jaar had vertoefd. En de weidsheid en schoonheid van dit land is me altijd blijven trekken. Voor vertrek suggereerde een goede kennis van mij om een verslag bij te houden tijdens deze trip en dat heb ik gedaan. Altijd leuk om zoiets terug te kunnen lezen. Dit verhaal is het resultaat van mijn schrijven. Het reisplan was om te vertrekken vanuit Melbourne en naar het noorden te reizen. Om zo, in zes weken, via enkele goudgebieden de woestijn in te trekken met een huurauto. Maar of de reis zo zal gaan verlopen als ik hoopte is afwachten. Beperkt door een te korte voorbereiding, een te krap budget en een vertrekdatum in het verkeerde seizoen. Maar dat zie ik dan wel weer. Heb mijn rugzak ingepakt en ben vertrokken…
Het vertrek
27-1-2011
Alles verloopt volt, al zat ik na 10 uurtjes vliegen op mijn schoenen te kauwen; trek in een peuk!
Na ongeveer 12 en een half uur aangekomen in Hong Kong. Check hier, controle daar. God wat worden we als vee onderdrukt, maar ja. Zo, een pizzaatje gegeten en op naar gate 47. Natuurlijk nog wat controles. Mijn fles whisky wordt me afgenomen, geen idee waarom. Slecht Engels en weg is ie! Ik voel me gelijk veiliger… hmmm?
Maar 9 en een half uur vliegen en ik sta in Melbourne. Behoorlijk moe maar voldaan!
Bij ‘Tourist Info’ vragen voor een hotel e.d. O ja, leuk, er is tennis. Weinig kamers vrij, alleen voor veel geld (vanaf 150 dollar). Uiteindelijk een kamer in een backpackers hatel: 110 dollar. Dat valt tegen. Nog wat handen dollars voor de bus. Zo begint het allemaal wat duur te worden. Even naar een barretje op de hoek, paar pintjes pakken. Rustige tent. Babbel gemaakt met Jason, een lokal die in Nederland heeft gewerkt. Opeens is het 3 uur a.m.!? Vlug pitten. Ja ja! Om 7:30 uur weer wakker. Zal de jetlag wel zijn. Dan maar de omgeving verkennen.
Het centrum valt tegen. Veel hoogbouw, wel mooi, maar weinig te beleven. Hoor dat het vandaag (29-1zaterdag) 33 graden zal worden en zondag 41! Wat zal ik doen? Melbourne; te warm, te duur en te druk. Ik besluit dan maar naar Ballarat te reizen. Nu het nog ‘koel’ is.
Bepakt en bezakt uitgechecked en naar het station lopen. En natuurlijk loop ik verkeerd. Ach, heb maar 30 kilo bagage bij me, hahaha!
Op het perron raak ik aan de praat met David. Een man uit Fiji, op weg naar zijn zoon in Ballarat. Een boom van een man, maar heel tof. Onderweg, in de trein, zitten babbelen. In Ballaratloodst ie me ook nog naar een goedkoop hotel: Reid’s Guesthouse. Geeft ook zijn telefoon nummer, voor als ik met vragen zit en hij gaat zijn weg. Een goede man.
In de lobby is het donker. Het hele hotel is trouwens donker. De lobby bevat ook de dorpstrol. Een homp op een leunstoel die alles begluurd. Zou dat beschermd zijn? Anders zet ik vanavond wat vallen, voordat het gewelddadig wordt.
Op mijn kamer even hangen en bijkomen. Beetje tv kijken. Het weer; de hele week zon met temperaturen rond de 40 graden, het warmst in heel Australië! Wat ben ik toch een bofferd! Rond gekeken in het stadje, leuk maar warm. Dan maar vroeg slapen. Moe moe moe!
30-1
Vroeg op, 5:30 uur, dus maar het stadje verkennen. Ongeveer 15 kilometer gelopen. Wel lekker koel nu. Terug bij het hotel. De lobbytrol is nergens te zien vanmorgen. Is vast nog kikkers aan het vangen in het moeras, hierachter. ’s Ochtends is daarvoor de beste tijd, weet iedereen.
Alles in het dorp is dicht vandaag, dus maar hangen op mijn kamer. Het wordt warmer en warmer, al rond de 38 gradenrond 13:00 uur. Toch wil ik er op uit. Zal een goede training zijn. Geen hoed of zonnebrandspul, ben benieuwd! Twee en een half uur later; verbrand, koppijn en geheel op. Maar toch weer 10 kilometer gemaakt. Qua vogels is het net de dierentuin. Inclusief een teveel aan huismussen en duiven! Dat maakt dit land zo leuk. Gewoon het westen maar dan rustig en een totaal andere natuur.
He! De trol is terug. Volgens mij is het drachtig, of leggen ze eieren?
Even wat eten (er is een keukentje in het pand) een paar biertjes en maar weer slapen.
31-1
Om half zes weer op!! Ik herken mezelf niet… Om 7 uur de deur weer uit. Er is een meer in de buurt, even een rondje maken. Toch wel een flink rondje, zeker met overal spierpijn.
Het is een moerasachtig meer met allerlei aparte vogels. Ibissen, zwarte zwanen en vele aparte eenden. Ook wilde kalkoenen en papagaaien, gewoon in de stad! Ongeveer drie uur later en 15 kilometer verder weer terug bij het hotel. Shit, daar is die trol weer! En het benaderd me!! “Do you have a smoke?”. Ja, natuurlijk. Een drachtig exemplaar moet je niets weigeren. Dan bijten ze snel. Dat is bekend. Gelukkig rook ik zware shag, dus dat zullen die sigaretten longetjes leuk vinden. Die vraagt geen peuk meer, gna gna! Toch maar snel naar boven vluchten. Zekerheid voor alles.
Het is leuk zo’n klein schattig boekje voor mijn aantekeningen, maar het schrijft voor geen meter.
Afin, terug op mijn kamer. Vooral op bed liggen en nog even goed geslapen. De kamer blijft onverwacht koel, gelukkig. Daarna weer het stadje in. Informatie verzamelen i.v.m. goud. Veel opgeschoten. Verkoop/inkooppunt gevonden + info omtrent detector huur en huurauto. Ook langs twee wapenwinkels geweest. Grappig, dat zie je bij ons echt niet, machinegeweren e.d. in de etalage! Dan maar weer terug naar hotel. De hitte is niet te harden, zeker 40 graden.
Terug op mijn kamer, stapt er een dwerg binnen, met lange baard en en grote hoed! Een backpackerskamer… Nu alleen Gandalf nog.
Later naar de winkels. Natuurlijk onderaan de heuvel. Op de heenweg zei mijn lijf: Stop! Hartkloppingen en pijn in m’n borst. Het is veel te warm! Op een bankje zitten, even rusten. Daar zittende, koortsachtig van de warmte, zie ik gewoon een man met een jas aan lopen! Spreek ik later een vrouw in een winkel, zegt ze dat dit de eerste warme week van de zomer is. Wat bof ik toch.
Hoe langer ik in dit hotel zit, hoe leuker het wordt. Naar wat ik waarneem/merk is dat dit hotel, buiten hotel, ook verkapt dakloze opvang is. Halve junks met junken problemen. Momenteel is er op de gang een flinke ruzie gaande over een gestolen blik ham! Hopelijk ontdekken ze niet hoeveel ik contant bij me heb, want dan voeren ze mij aan die trol, vrees ik. Wonderbaarlijk, trouwens, dat je hier junk wordt!
De dwerg heb ik de hele avond niet gezien. Misschien blijft ie liever uit de buurt van die vadsige Hollander. Wat biertjes gedronken en om 22:00 uur naar bed. Net als ik wegdommel komt iebinnen. Thanx mate!
1-2
Weer om 6:00 uur wakker. Het stadje maar weer in, nu het nog koel is. Broodjes gehaald bij de bakker. Ja waar anders? Bij de slager?? Na een ommetje terug naar de kamer. Het is nu half negen. De dwerg slaapt nog. Zal ‘m wel wakker gehouden hebben met mijn gezaag, vannacht.
Om negen uur de deur weer uit. Huurauto regelen en een huur detector zoeken. Rond elven klaar en terug naar het hotel. Het wordt alweer onhoudbaar warm. Die zon sloopt me! Op de kamer terug, de dwerg is vertrokken. Trol ook nog niet gezien. Hmmm!? Zie het gevaar liever zitten. Even controleren of het niet onder mijn bed zit. Daarna toch weer naar buiten. Pfff! Zweet me gek. Heb continue dorst, wat ik ook drink. Hoed en dergelijke halen en wat boodschapjes. Mijn lijf gaat steeds meer in protest tegen mijn activiteiten. M’n hart doet raar en heb overal pijntjes. Mijn nek zit ook vol bulten, zal de vitamine D wel zijn. Vanmiddag blijf ik binnen. Heb wel een besluit genomen vandaag; ik ga echt all-in. Alles is hier veel te duur, dus pin ik ook m’n geld voor de maand maart. Dan kan ik kans maken op een succes hier, anders…
Morgen (2-2) huurauto ophalen en detector. Ga dan voor een aantal dagen naar het ‘state forest’ hier in de buurt (en dat is relatief in Australië). Eindelijk aan de slag. Ben wel benieuwd hoe het links rijden gaat lukken.
Zo rondkijkend in Australië valt me hetzelfde op als in Florida. Mensen hier zijn; of zo dun dat ze door de brievenbus passen, of van dusdanig formaat dat je er een brievenbus in zou moeten plaatsen. God, sommige zouden zelfs een eigen postcode kunnen krijgen!! Wat me ook opvalt is dat ze hier nog meer paranoia zijn ten opzichten van veiligheid. God behoeden dat die steriele lijfjes iets overkomt. O ja, hier zijn ze ook ongelofelijk geil van regels en verboden. Op mijn hotelkamer deur zit een A3-tje geplakt die van boven tot onder is gevuld met wat er allemaal niet mag in dit hotel!
2-2
Nou, ik doe het toch wat anders. Blijf nog twee nachten in het hotel overnachten. Het bos is redelijk dichtbij en het hotel heeft een douche.
Vandaag voor het eerst aan het zoeken geweest. Was nog een hoop tijd kwijt met de laatste voorbereidingen. En eigenlijk was het te warm om te zoeken. Het vocht liep sneller uit me dan ik het erin kreeg. Ook heel veel vocht in de lucht met een temperatuur van rond de 38 graden. Het wordt de komende dagen iets koeler, maar wel met regen. Maar goed, mijn eerste zoekdag; Eerst geprobeerd te ‘pannen’, maar dat was geen succes. Toen maar ergens geparkeerd. Draaggordel om, rugzak op en pikhouweel mee. Was al oververhit voordat ik vertrok. Vrij snel sloeg de detector uit. Graaf graaf, een huls… Ongeveer 60 meter verder weer een hit, kon het echter niet vinden. Heuvel op heuvel af. Geen mens te bekennen, heerlijk! In een slijtgeul weer een hit, maar weer kon ik niets vinden. Verderop weer. Ruim een halve meter diep gegraven, maar kwam er niet bij. Zat te diep. Man, wat een werk en wat een zweten. Was doorweekt. Verderop nog wat schroot op gegraven. Toen moest ik stoppen, water op en te warm. Wel een mooie natuur. Insecten zo groot. Zag mieren van wel drie centimeter met bijbehorende kaken. Het hele bladerdak zoemt van de insecten. Dan maar terug naar de auto. Het lijkt me sowieso niet de beste stek. Veel sporen van eerder graafwerk. Bij de auto even bijkomen en water drinken, heeft moeder natuur nog een toegift. Ongeveer 30 meter van de auto valt een +/- 25 meter hoge boom om. Hij valt met veel kabaal naar links en neemt nog een stuk of vijf kleinere bomen mee in zijn val. Wat een geweld!! Waanzinnig om zo te zien.
Terug op m’n kamer… zijn er drie Ieren bij in getrokken. Damn! Voel me belaagd. Heel de kamer is afgeladen (2×3 meter). “s Nachts om +/- 1:00 uur; lekker ouwehoeren en muziek aan. Alleen zo jammer dat ik lig te slapen. Wil er toch weer om zes uur uit. Daarnaast snurk ik, dus toen zij wilde pitten werd ik steeds wakker gemaakt!
3-2
Vroeg weer de deur uit. Ben al gebroken voor ik vertrek.
Op weg naar locatie nog een andere goudzoeker tegen gekomen en gesproken. Ook een beginner, net als ik. Een nieuwe locatie gevonden, optuigen en op pad. De sporen van de goldrushzijn hier overduidelijk. Alles is open gegraven. Toch wel respect voor die gasten. Er zitten geulen in de rotsen van wel 10 meter diep en 20 meter breed. Zover ik kan zien. Dat in deze temperaturen! Het ene na het andere signaal is een voorwerp uit die tijd. Spijkers, knopen en onherkenbare stukken schroot. Na twee uur zoeken besluit ik een andere plek te vinden. Ook daar veel goldrush sporen en eveneens veel schroot uit die tijd opgegraven. Het is wel een mooier stuk bos. Veel grote oude bomen. Na een uurtje stuit ik op een riviertje. Een stuk de bedding afgezocht. Hier gelukkig even geen schroot, maar ook geen goud. Op een open stuk even uitrusten en afkoelen. Het leuke van stilzitten in de natuur is dat na enige tijd het bos tot leven komt. Allerlei kleurige parkieten vliegen rond. Zie ook veel andere mooie vogels, hagedissen en vlinders. Wat me wel wat gaat opbreken is de enorme hoeveelheid muggen, vliegen en horzels. Ik wordt continue opgevreten. Ook het zweten word ik aardig zat. Eigenlijk zweet ik al non stop sinds ik in Australië ben aangekomen. Maar goed, Verder maar weer, ijzer opgraven! Hahaha(zure lach).
Na zo’n 3 uur zoeken terug bij de auto. Ben doorweekt en tot het bot moe. Eerst maar even naar Creswick, vloeitjes scoren. En dat is ook iets dat me gaat nekken, de hoge kosten in dit land. Zonder blikken of blozen vraagt ze gewoon 1 dollar (haast een euro!) voor een pakje vloei. “Zijn ze van bladgoud?”.Weer terug in het woud begint het me te dagen dat het hier, Ballerat en omgeving, niet gaat lukken. Alles is al omgeploegd en teveel schroot. Dus ik besluit morgen door te reizen naar Bendigo. Kijken hoe het daar is. Ook besluit ik een andere kamer te nemen. Nog een nacht slecht slapen tussen de Ieren ga ik niet trekken. Ik ben echt doodop. Kost wel weer 40 dollars extra, maar het moet maar. Ik begin me sterk af te vragen of ik wel de juiste keuze heb gemaakt voor mijn reis. Mijn halve budget is al op en heb pas 1 week gehad. Die hitte en de hoge kosten draaien langzaam m’n kop af. Misschien had ik later en korter moeten gaan, direct de outback in!? Daar kan ik nu nog niet heen, dat is nog warmer!! Eerst maar eens een nachtje goed slapen, kijk ik morgen wel weer verder.
De lobbytrol heb ik trouwens al even niet gezien. Dat zal wel een broedplaats aan het zoeken zijn. Of dat zware shaggie heeft het uiteindelijk de das om gedaan? Wie zal het zeggen.
4-2
O, wat heb ik lekker geslapen!!
Spullen inpakken en wegwezen hier. Op naar Bendigo. Even douchen en… zo in de spiegel kijkend ben ik honderden keren gebeten gister. Zit onder de bulten. Zie de contouren van mijn rugzak door die bulten. Maar gelukkig jeuken ze allen apart!
De route is wel mooi. Typisch Australië. Na ongeveer 150 kilometer sturen kom ik aan. Wat een grote stad (voor het binnenland dan). Begint al op de binnenlanden te lijken. Eerst info inwinnen bij ‘Tourist information’, langs detector zaak voor locatie info en dan naar de camping. Prioriteit 1: was draaien, want die ruikt naar uien. Was ophangen en… jawel, het gaat regenen. Hier zijn gelukkig minder insecten, ongeveer 200 ziljoen… per meter!
De regen is serieus. Het komt echt met bakken uit de hemel. Gelukkig slaap ik in de auto. Moet je toch de ramen op een kier houden in verband met zuurstof. Wordt al lekker vochtig in de car.Ga maar een paar slaapmutsjes nuttigen en wat radio luisteren. Een lokale zender die vele meldingen geeft van overstromingen en afgesloten wegen in de omgeving. Ga na enige tijd maar slapen. Het blijft maar hozen. Het water staat ondertussen tot de bodemplaat van de auto!
5-2
’s Nachts even naar het toilet. Zit er op de muur van het badhok een boomkikkertje. Het beestje zie ik schikken als ik me op ‘m focus. Voorzichtig met mijn hand naar ‘m toe. Hij/zij blijft zitten. Dus raak ik ‘m aan. Blijft nog zitten. Dan aai ik z’n ruggetje. Je ziet het beesie gewoon ontspannen! Volgens mij vond ie dat erg prettig. Toch bizar dat je even zo’n nauw contact hebt met een diertje van minder dan 1 duizendste van mijn gewicht. Wat een vertrouwen!
’s Ochtends verknald op. Volgens mij een combinatie van iets teveel drank, te weinig zuurstof en een nachtje in een autostoel slapen. Snel douchen. Echt weinig insecten hier. Het douchegebouw zit vol muggen, vliegen, een soort paardenvliegen en wat niet meer. Tijdens het douchen springen een soort van springende kakkerlakken tegen m’n benen op en word ik belaagt door horzels en muggen. Voel me gelijk opgefrist! Het giet nog steeds. Ga toch maar het ‘state forrest’ in. Nu had een 4×4 niet verkeerd geweest. Hele delen van de paden staan onder water. Moet soms keren, teveel water. Stukken van het bos hebben meer weg van een vlot stromende rivier. Zie kangoeroes en papagaaien. Mooi. Aangekomen op de geplande plek, het hoost maar door. Het is nu rond 8:00 uur. Dan maar wachten. De detector kan niet tegen water. Na een uurtje in de stromende regen te hebben zitten wachten komt er een wagen van de parkwacht de parkeerplaats op. Rijdt naar me toe en doet zijn raampje open. Zegt ie: “Bit damp today, mate”. Geweldig volk, maken zich niet zo snel druk. Even kort gebabbeld en dan gaat hij weer verder. Nog even een half uurtje zitten kijken naar een grazende kangoeroe, flink beest.
Dan maar verder, de omgeving verkennen. Rijd door stromen waarvan ik me hardop afvraag of dat wel wijs is. Uiteindelijk beland ik op een picknick plaats midden in het park. Besluit hier de regen maar uit te zitten. Tijd; half 11. Zes uur later; het giet nog steeds. Dat wordt niets vandaag. Denk; neem dan maar een paar biertjes en dan weer eens pitten. Begin ik net aan mijn tweede…stopt het met regen! Damn. Ach ja, morgen weer. Ga niet met een drankje op de bush in, dit is een serieus groot bos. Daarnaast zal het ook niet heel lang meer licht zijn. Zit me steeds af te vragen wat te gaan doen qua vakantie en/of eerder terug gaan. Weet het nog niet, hoe en wat.
Zo’n nachtje in de bossen is toch even wennen voor het stadsmensje Bas. Je hersens nemen dingen waar die er niet zijn. Ik liep net buiten en zou zweren dat ik een vrouw hoorde roepen, vlakbij. Scheen met mijn zaklamp de bossen in, in de richting van dat geluid, maar er was niets te zien. Zal wel 1 van die dieren zijn geweest, die hier leven. Zo ’s nachts komt het bos echt tot leven. Overal hoor je kikkers, insecten en weet ik wat. En een sterren, onvoorstelbaar! Vlak naast mijn auto is een best grote spin z’n web aan het maken. Ziet er onvriendelijk uit.
6-2
Om half zeven weer op. Wordt net licht en ik heb het heel koud. Sta te klappertanden en tril als een rietje. Snel een vuurtje maken en een koffie drinken. Ook iets eten. Half negen, sta net op het punt te gaan zoeken, komt diezelfde parkwachter het terrein op. Weer een praatje gemaakt.
Even voor negenen het bos in. Het is voor het eerst een lekkere temperatuur. Eerst een open stuk afgezocht, niets dan wat schroot. Dan maar verderop de dichte begroeiing in. En dat is niet voor watjes. Heel veel muggen en bijna net zoveel spinnen met bijbehorend web in alle vormen en maten. Het is echt ploegen door die dichte struiken, waarvan vele doornen bezitten. Hier gelukkig amper ijzer, maar ook geen goud. Kom door allerlei verschillende begroeiing. Zeer dicht en minder dicht. Soms een open stuk. Heuvel op en heuvel af. Kom midden in het bos een autowrak tegen. Hoe is die hier beland?? Na een aantal uur mijd ik de dichte begroeiing. Ik word een beetje horendol van al die spinnenwebben. Ben bedekt met web en spinnen. Om 14:00 uur ben ik weer bij de auto. Niets gevonden en versleten benen. Dan maar het vuurtje opstoken; koffie en wat kauwen!
Zo zittend rondkijkend is het toch wel apart. Heb al bijna 36 uur niemand gezien, op die Ranger na. Het is een mooie plek. Er vliegen hier honderden libellen rond van een centimeter of tien. Overal zitten ook veel mieren en flinke ook, maar ze zijn net zo relaxed als die parkwachter. Ga zo maar eens verkassen.
Na veel zoeken kom ik op een plek, aangeraden door die detectorzaak. Nou, het is duidelijk dat ze geen concurrentie dulden. Zie gelijk dat dit het niet gaat worden. Maar goed, ben er nu toch,let’s give it a go! Het wordt zoals ik vrees. Een kleine twee uur schroot graven op wat een soort van toevluchtsoord van lokale jeugd lijkt. En er zijn hier nog meer muggen. Jezus, het lijktscandinavie wel. Op ieder moment ben ik omringd door een mist van muggen e.d. Besluit er rond 17:00 uur mee te stoppen. Evenals met deze reis. Ik heb nooit genoeg geld om het 6 weken uit te zingen. Hooguit 3!
Terug naar Bendigo. Ga maar weer naar diezelfde camping. Ben te moe om iets anders te zoeken. Ga ook flink eten vanavond. Heb weinig gegeten de laatste dagen. En dat ingeblikte voer ga ik bijna van over mijn nek, ondertussen. Onderweg zie ik een pizzatent, daar ga ik zo naartoe. Vette zooi kauwen! Op de camping neem ik een caravan. Moet even goed slapen. Een paar nachtjes in een autostoel slapen gaan je niet in de koude kleren zitten. Als ik over de camping loop zie ik iets vreemds. De grond golft als water voor me uit. Ik loop over/tussen een tapijt van sprinkhanen. Ontelbaar veel! Volgens mij is er een sprinkhanenplaag op komst. Dat is wel de rode draad van deze trip, onvoorstelbare aantallen insecten. Begin ineens te snappen waarom die in sommige landen gegeten worden. Vecht niet tegen het probleem, maar eet het op! Vanavond ga ik mijn terugvlucht verzetten. Ga hier weg. Ja ja, vette pech. Het internet op de camping werkt niet en de receptie is net dicht. Als er een god is dan probeert ie me al ruim een week iets duidelijk te maken.
Het leven is eigenlijk raar. Thuis lig ik elke nacht op een koninklijk bed, maar kan ik maar slecht slapen. Hier, nu, verheug ik me ontzettend om te gaan slapen op een simpel bedje in een caravan. Wat een paar nachtjes in de auto pitten al niet met je doen, hahaha! Wat ook weer eens leuk is is tv kijken. Er is vanavond “Battle of Britain” avond op tv. Dat is dubbel genieten. En geen ongedierte om mijn kop, ook luxe. Misschien is dat wel de les van deze trip; geniet van wat je hebt. Zelfs in die dichte begroeiing vandaag. Spinnen+webben overal over me heen. Geen weg eruit, je moet door. Heb denk wel 2 uur door zeer dichte struiken geploegd. En hoe onaangenaam dat misschien ook lijkt, ik genoot er wel van. Ook zo bizar om te bedenken dat er niemand op aarde is die weet waar je bent!
7-2
Dit wordt een regeldagje. Eerst mijn ticket omboeken. Het valt nog niet mee. Op de camping is een computer met internet, kom er alleen niet op. Mijn mamz heeft me een telefoonnummergesmst, maar daarop krijg ik geen verbinding. Dan de stad maar in. In de lokale bieb heb ik dan eindelijk een internet verbinding. Het “juiste” telefoon nummer gevonden. Telefoonkaart kopen en een telefoon zoeken, bellen en na wat keuzemenu’s en het doorgeven van gegevens: geregeld! Ik stijg a.s. vrijdag op. Kost wel weer 250 euro, maar ja. Voelt nog goed ook, ik ben verlost.
’s Middags terug op de camping, nog een nachtje caravan huren. Kan nu wat lijden. Wat zal ik de rest van de dag eens gaan doen?
Besluit uiteindelijk toch maar weer het state forest in te gaan. Nieuwe stek op het oog. Het is een aardig stukje rijden, dan het zijpad de bossen in. De weg ernaartoe is onverhard en er liggen diverse takken en boompjes over de weg. Deze handmatig aan de kant getrokken en kom uiteindelijk op de bestemming aan. Prachtige plek! Nog even snel +/- 2 uurtjes gezocht. Niets gevonden, maar heb wel enig vertrouwen in deze plek. En bijna geen schroot in de grond, dat is al een verademing opzich. Morgen deze plek maar eens grondig uitkammen.
Terug naar de camping, wat fastfood gehaald (en dat is hier in verhouding weer heel betaalbaar). Rest van de avond wat zappen. Er is geen zak op, da’s jammer.
8-2
Wat later wakker dan de bedoeling was, maar wel heerlijk geslapen. En dat is ook veel waard. Naar de zoekplek gereden en het laatste stuk gefilmd. Heb ik die videocamera ook niet helemaal voor niets meegenomen. Na uren van zoeken helemaal niets! Dat valt iets tegen. Het ziet er naar uit dat ik echt niets ga vinden, best een domper. Nog naar een andere plek gereden, maar die was echt bagger. Zag het meteen al. Was ook zo’n tip van diezelfde detectorzaak, grrr! Maar toch nog ruim een uur geprobeerd. Onvoorstelbaar veel ijzer in de grond en alles al omgeploegd. Vond wel het skalet van een paard, wel weer grappig. Besluit een punt te zetten achter het zoeken. Alles doet zeer en ben het ongedierte meer dan zat! Dat was het dan.
Had ik maar dit, of als ik nou dat… Hoe dan ook, ik ben er even uit geweest. Heb het geprobeerd en veel gezien. Al was het te kort en veel te duur. Ach, kunnen de pessimisten die zeiden dat het niet zou lukken lekker in hun handjes wrijven: “Zie je wel, zei het toch”. Ach, ik heb het gedaan, zij niet! En ik hou er ten minste mooie wandelschoenen aan over. Toch baal ik ervan dat ik niet tenminste 1 stukje goud heb gevonden, gewoon als aandenken, als souvenir.
Zo, de was hangt te drogen. Straks nog even een auto wasplaats zoeken. Ik kan ‘m zo niet inleveren, hij zit onder de bagger, gna gna.
Wat ik wel heb met reizen, is dat ik weet dat ik het niet meer zal zien. Ik bedoel: vanmorgen bijvoorbeeld. Loop door dat bos, geniet, zie de vreemdste beesten. Na de rondtocht nog even vuurtje stoken, koffie en noodles gemaakt en dan naar een andere plaats. Maar voor ik vertrek besef ik me dan dat ik op die plek nooit meer zal komen. Mensen die ik spreek zal ik nooit meer spreken. Dat vind ik wel eens vervelend. Vraag me jaren later zelfs nog wel eens af: Hoe zou het daar nu zijn? Of hoe zou het met diegene gaan? Ik weet; zo is het leven, maar toch voelt het alsof ik iets verloren ben.
De auto even schoon gespoten, was echt wel nodig. Ziet er weer een beetje toonbaar uit. Boodschapjes gedaan, gegeten en nu ‘Topgear’ kijken. Valt me wederom op dat ik toch wel erg gehecht ben aan dingen als de tv. Mis zelfs een pokertje spelen op de pc. Dat had ik vroeger nooit. Misschien heeft het ook wel te maken met eenzaamheid. Want ik voel me hier best weleenzaam, vooral ’s avonds. “Geluk is alleen geluk wanneer je het kunt delen”, waar is dat van…? Het is wel waar, merk ik hier ook weer. Als je iets leuks deelt is het dubbel leuk. Als je iets negatiefs niet kunt delen is het dubbel zo negatief. Zo zie je, we zijn groepsdieren.
9-2
Weg uit Bendigo. Op de weg terug naar Ballerat voel ik me niet prettig. Ik moet dit van me afzetten. Het was best een leuke trip. Weer eens wat anders. Maar het lukt me niet best. Na ruim anderhalf uur ben ik weer terug. Detector ingeleverd en maar weer naar Reid’s Guesthouse. De sloebertent. Kamer geboekt voor de laatste twee nachten. Dan naar carrental. Heb besloten de wagen nog een dag langer te huren. Wil niet nu al afhankelijk zijn van de benenwagen.
Aangezien de kamer pas vanaf 14:00 uur beschikbaar is ga ik maar toeren. Waar zal ik eens heengaan? Ga maar zuidelijk van Ballerat, daar ben ik nog niet geweest. Na een aantal kilometer zie ik boorden. De kaart maar pakken. Laat ik naar Geelong gaan. Vlak bij de kust, heb ik de zee ook nog even gezien. Het is maar +/- 90 kilometer. Tijd; half elf.
Bij Geelong aangekomen zie ik een boord: “to Great Ocean Road”. Daar ga ik heen! Stukje langs de kust karren. Best een mooie route. Het is in het begin net een lange bergpas, met aan 1 kant een strak blauwe zee met flinke golven. Later gaat het over in meer een glooiend landschap. Daarna wordt het meer tropisch regenwoud met bergen en heuvels. Heel mooi. Het is alleen jammer dat die Ozzie’s zo raar rijden. Waar je 60 mag scheuren ze weg, mag je 100 dan zijn ze niet vooruit te trappen. Maar goed, ‘licht irritant’.
Net als ik me bedenk dat het misschien tijd wordt om terug te gaan zie ik een boord: “the 12 Apostles”!! Dat kan ik niet aan me voorbij laten gaan, maar 38 km. Ben er nou toch. Het is alleen wel 38 km. van steile weg en vele haarspeldbochten e.d. Wordt ook wel wat laat zo (14:00 uur). Wel een heel mooie route er naartoe, dat zeker. Zie ook een Koala in een boom zitten. Echt tropisch regenwoud. Dicht begroeid met enorme bomen. Kom ik er aan (dacht; leuke rotsen in de natuur) is het een toeristisch circus. Bussen vol chinezen. Parkeerterrein overvol. Af en aan vliegen de helikopters met toeristen! Duizenden mensen! (Vanaf het westen is deze locatie namelijk te bereiken met een snelweg ala A12!) Snel wat fotootjes maken en wegwezen hier. Het is mooi, dat zeker, maar net Normandië. Net op de terugweg twee lifters. Mijn auto is bijna leeg dus stoppen dan maar. Een stel, Amerikaans, woonachtig in China en op wandel vakantie. Willenrichting Melbourne. Stap in, kom er vlak langs.
Wel leuk om even wat aanspraak te hebben. Hij is muzikant en zij lerares. Ze wonen in “die” Chinese stad die een jaartje of 5 terug door een zware aardbeving is getroffen. Ben de naam vergeten, die van hun ook, trouwens. 1 van mijn sterke kanten: namen. Hij verteld best indrukwekkende verhalen over deze gebeurtenis, want zij hebben het geheel meegemaakt. Vertelt o.a. dat hij een rij flatgebouwen zag omvallen als dominostenen! Ik vraag waar ze nu heengaan. Ze zijn op weg naar ex-studiegenoten die in Melbourne wonen. Na enige tijd geven ze duidelijke signalen niet meer zo’n zin te hebben te babbelen. Ook goed. Na twee en een half uur rijden zet ik ze af bij het station van Geelong. Dat is vlak bij Melbourne. Was wel wat om, maar anders had ik ze in het gehucht Colac moeten droppen en dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. We zeggen gedag en we gaan weer onze eigen weg. Nu nog +/- 90 kilometer en dan ben ik ook weer in mijn hotel. Wat ik me onderweg afvraag is of je echt terugkrijgt wat je geeft? Ik help andere altijd, als ik dat kan. Zou dat eens terugkomen? Vraag het me af. Dan had ik ondertussen toch wel wat meer op rozen moeten zitten! Ach, hoef niet perse iets terug, geef liever.
Na een paar boodschapjes en een macje (heb vandaag eigenlijk amper iets op) bij het hotel aangekomen. Al mijn zooi naar boven gesjouwd en auto weggezet. Ik ruik naar rotte uien! Douchen en dan maar op de kamer hangen. En een drankje. Ik drink teveel! Er is weer geen zak op tv. Wel even ruim 700 kilometer weggedrukt vandaag. Was een leuke tocht. Het is nu 20:30 uur.
10-2
Huurauto weggebracht. Nu ben ik weer ridder te voet. Naar het station, terugreis naar het vliegveld regelen. De coashbus geboekt waardoor ik afscheid neem van weer 30 dollar. Begin een allergie tegen geld uitgeven te ontwikkelen! Ook blijf ik maar met een rotgevoel lopen. Voelt alsof ik beroofd ben. Heb heel wat moeten doen en laten om deze trip te betalen. Zelfs een deel van mijn munten verzameling moeten verkopen. In 20 jaar bij elkaar verzameld. Die munten waren mijn pensioen gelden. En in twee weken alles weg!
Terug op mijn kamer maar m’n spullen uitgezocht. Ben ik ook zo mee klaar. Me geschoren en nou…? Ga maar fotootjes schieten in het stadje. Geen zin om nog 1 dollar uit te geven. Kom onderweg nog een straatmuzikant tegen. Antonio, als ik me juist herinner. Aardige kerel. Hij is half Nederlands, half Italiaans. Hij vertelt dat zijn moeder hoog zwanger van hem was toen ze met de boot naar Australië emigreerde. Daarom is zijn bijnaam ‘Turtle’. Hij heeft zijn gitaar van verschillende incomplete samengesteld en hij probeert ‘m vandaag voor het eerst uit. Een apart uitziende maar aardige man die in de moderne samenleving aan de kant is geschoven. Ik geef ‘m mijn telefoonkaart, d’r staat nog 4 dollar op. Misschien heeft ie er iets aan. Zeg gedag en ga weer verder. Het wordt al weer lekker warm. Het is 32 graden en het is voor twaalven en de lucht is goed vochtig. Wat me opvalt is dat er zo ontzettend veel banken en makelaars in Australië zitten. Om de drie vier panden zit er wel eentje. In de mooiste panden. Dit land drijft volgens mij ook volledig op leningen en krediet. Er zijn hier ook heel veel pin automaten. Daar zouden ze in Nederland een voorbeeld aan kunnen nemen.
Weer op mijn kamer. Nergens zin in. Dan maar de laatste restjes voedsel opmaken. Eerst noodles. Die worden ook steeds saaier naarmate je ze vaker eet. Dan een bammetje kaas. Ik mis Hollands brood… en kaas!
Elke keer als ik de koelkast open doe komt er een lucht uit alsof er een gefileerde wc-eend in ligt, maar hij is zo goed als leeg? Vreemd.
Even op bed liggen… en val in slaap. +/- vier uur later word ik wakker. Gelukkig heb ik die slaappillen. Anders lig ik vannacht weer wakker. Zo, nu definitief mijn spullen inpakken. “Hoe kreeg ik dat op de heenreis allemaal in die rugzak??” Zo, alles erin gekregen. Voel me wat minder neerslachtig. Die slaap heeft me goed gedaan. Waardoor het komt weet ik niet, maar mijn zweet gaat steeds ranziger ruiken!? Heb nu al medelijden met de mensen om me heen, in het vliegtuig, morgen. Heb wat gegeten, blikje ‘Chunky’ maar heb nog honger. Heb nog wel wat brood, maar die is niet te eten. Dan maar honger. Dat herinner ik me weer van mijn eerdere reis naar Australië. Na enige tijd mis je echt het vertrouwde Nederlandse eten. Hier is veel te. Te smaakloos, te vet of te zoet. O ja en te duur hahaha!
Vroeger vroeg ik me wel eens af waar al die harteloze sadisten in oorlogstijd vandaan kwamen. Tegenwoordig zie ik steeds vaker wie dat worden/zijn. Hier in Reid’s Guesthouse werkt een…megaloser!? Rood haar, ringbaardje en een lange staart. Net iets forser dan gemiddeld. Dat is zo’n type. Vindt zichzelf heel wat en waarom? Hij heeft macht in een kansloze functie. Loopt rond als het alfamannetje (met pijnlijke oksels J) en wijst een ieder steeds op de regels. Het type dat ik best eens zou willen trakteren op een stevige kopstoot. Kijken hoe peppie hij zich dan voelt. Enge mensen, blinde volgers, je ziet ze steeds meer.
Sta net een peukje te roken op de brandtrap, komt er via de regenpijp een Opossum naar beneden geklauterd. Een flinke kat maat. Waanzinnig beest, midden in de stad. Gaaf. Dat zal ik nog gaan missen. Wat ik ook zal gaan missen is de rust die er over dit land hangt. Het zit in de lucht, heerlijk. Zo heb ik bijvoorbeeld nog niemand horen toeteren sinds ik hier ben.
11-2 Vertrekdag.
Zeer goed geslapen. Dat is erg prettig. Kan een goed humeur wel gebruiken tijdens het aankomende veetransport. Douchen, uitchecken en wachten. De bus vertrekt om half twaalf, sta om 10:00 uur buiten het hotel. Dan maar op een bankje hangen, peukjes roken. Na anderhalf uur in de bus aangekomen op airport Melbourne. Beter bekend als de mierenhoop. God, wat een drukte. Op luchthavens lijkt het wel een ‘catwalk’. Iedereen pronken in z’n mooiste kleertjes, design koffers en accessoires. En dat voor anderen die je zeker nooit meer gaat zien!? Goed, op naar de douane. Eerst controle of je wel een ticket hebt…? Nee, het is een hobby; voor joker in de rij van de douane staan! Dan weer een rij. Ben ik bijna bij de controlepoort word ik (en anderen) doorgestuurd naar een andere rij. Sta ik weer achteraan. Lekker narren dat volk! Uiteindelijk bij de checks aangekomen na twee uurtjes schuifelen. Mijn tas wordt 3x gescand. Ze staan met meerdere naar het beeldscherm te turen. Ja ja, ze hebben er eentje! Heb een busje Axe van 150 milliliter in mijn rugzak! Met latex handschoenen wordt mijn tas open gemaakt. Verwijtende blikken, hoe durf ik. Als ik vraag of ik nog even wat onder mijn armen mag spuiten voordat ie me afgenomen wordt is het antwoord dat dat alleen kan aan de andere kant van de controle en dat ik dan opnieuw door de douane moet! Maak mensen eerst dom, geef ze dan een baan bij de beveiliging en een boekwerk regeltjes, dan krijg je dit! Waar weer niemand zich druk om maakt is die lege plastic waterfles in mijn rugzak. Kan gevuld zijn met airosol Ebola, maar dat staat waarschijnlijk niet in de regeltjes. De sukkels. Daarna word ik er natuurlijk ook nog even uitgepikt voor een explosieve detectie en fouilleren. Nee, ik heb geen vlucht te halen. Daarna een formulier invullen met onnozele vragen, weer een rij, tik tak tik tak. Papieren controle en weer eens wat vragen beantwoorden (zou er ook een quizprijs te winnen zijn?) Damn, had al in het vliegtuig moeten zitten. Je weet wel, dat apparaat waarom ik door al deze ellende heen moet. Eindelijk, ben door de onzin! Nee, met terroristen wordt niet onderhandeld, maar iedereen moet zich er wel aan aanpassen. Vlug richting gate 4. Hup hup, ja ja dat dacht je… Eerst nog even door wat gangen en dan de taxfree promenade. Hoe lang is die!? Kom ruim 20 minuten te laat bij het vliegtuig. Ben gelukkig niet de enige, sommige komen nog veel later binnen. Kom op, karren met die hap! Tuurlijk niet, we vertrekken een uur te laat.
Wat me opvalt is dat ik altijd van die dingetjes heb die niemand anders heeft. Zo zit er bij mijn stoel weer geen koptelefoon. En nu kun je daarom natuurlijk wel vragen en op den duur krijg je ‘m ook wel, maar het valt wel weer op. Het eten in het vliegtuig is verbazingwekkend goed te eten. Dat is ook te horen. Een vliegtuig vol chinezen en die slurpen alles naar binnen. Ben blij dat ik geen chinees ben, wat een geluiden!




